Midden in de nacht wordt ik wakker van de schattige smak geluidjes van ons pasgeboren baby’tje. Met één oog open loop ik half slaapwandelen naar de wieg. Tijd voor de nachtvoeding.

Al zijn ze nog zo klein, zelfs nu al oefenen ze de fijne motoriek door hun handje naar hun mondje te brengen; op zoek naar een duimpje. Zeker als ze wat groter zijn is de fijne motoriek zo belangrijk. Vaak denk je als eerste aan de “pengreep” die nodig is om een pen vast te houden en op school te leren schrijven. Maar wat dacht je van het leren eten met bestek, of zelf je schoenen aan doen! Wist je dat leren praten ook onder de fijne motoriek valt?


De oorsprong van spraak en taal begint al in de baarmoeder. Het is een complexe functie waarbij de leer- en speelomgeving een grote invloed heeft op de ontwikkeling.
Om woordjes uit te kunnen spreken heb je wel meer dan honderd spiertjes nodig! Vandaar dat de taalontwikkeling vaak tussen de 12 en de 18 maanden pas op gang komt. Wanneer baby’s nog niet kunnen praten betekend dat niet dat ze nog niet kunnen communiceren. Een pasgeboren baby kan al heel goed duidelijk maken wanneer ze wil drinken. Als moeder zal je al snel het huiltje herkennen van je kind als het honger heeft.

Er zijn ook speciale cursussen waarin je verschillende huiltjes van baby’s leert onderscheiden. Deze methode heet Dunstan Babytaal. Zo leer je of je baby honger heeft, moe is, een boertje dwars zit, last heeft van darmkrampjes of dat het niet happy is omdat het te warm of te koud is of een schone luier wil.

Ook de verdere lichaamstaal wordt ingezet door baby’s om met ons te communiceren. Rond ongeveer 8 maanden zal je baby ook meer gebruik gaan maken van handgebaren door te wijzen en zwaaien. Je kan hier als ouder heel mooi op inspelen door samen met je kindje Babygebaren te leren en zo de taalontwikkeling bewust te stimuleren. Bij het maken van deze gebaren gebruikt je kindje de grove motoriek. Hiermee kunnen ze al vanaf ongeveer 8 maanden heel precies vertellen wat ze willen zien of denken. Door deze grove motoriek te stimuleren werk je ook direct aan de fijne motoriek die nodig is voor de spraakontwikkeling. Dat is voor jongetjes die over het algemeen wat later zijn in de taalontwikkeling dan meisjes een groot voordeel. Gebaren leren gaat bij jongens en meisjes namelijk even snel. Dat komt omdat het leren en maken van gebaren aangestuurd wordt door de rechter hersenhelft en de spraak-taalontwikkeling door de linkerkant van de hersenen.
Je kindje zal bij het maken van een gebaar ook al snel de bijbehorende klanken proberen te maken. En ook de eerste woordjes zullen snel volgen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die gebaren geleerd hebben eerder met praten beginnen en een grotere woordenschat ontwikkelen dan kinderen die geen gebaren gebruiken. Gemiddeld kan een kindje van 12 maanden 3 tot 5 woordjes uitspreken. Baby’s die gebaren geleerd hebben kunnen met 12 maanden gemiddeld 25 gebaren en 15 gesproken woordjes!

Thuis ook de taalontwikkeling stimuleren van je kindje?
Wanneer je thuis ook aan de slag wilt met Babygebaren en het stimuleren van de taalontwikkeling dan is het belangrijk om aan te sluiten bij dat wat je kindje interessant vind. Op die manier kun je makkelijker zijn aandacht krijgen en vast houden. Wat is bijvoorbeeld zijn favoriete speelgoed, eten of dier. Is dat bijvoorbeeld een bal die over de grond rolt? Dan is dat een mooi gebaar en dus woordje waar je mee kunt starten. Het lezen van een boekje is hierbij ook zeer geschikt. Kijk maar eens naar het filmpje waarin Isa-Belle al heel goed aan kan geven wat er allemaal in haar boekje staat.

 

Delen
Facebooktwitterpinterestlinkedin